top of page

Voor haar...

4 jaar geleden – op 30 mei - liet ons mama het leven los en vice versa. Gisteren vierden we dus feest, voor haar. Net zoals we dit voorheen deden. Met toeters en bellen, maar nu dus al 4 jaar zonder haar.


Multiple Sclerose. Chique woord voor een heel vies beest. Eentje dat je aftakelt en stukje per stukje je waardigheid en levenskwaliteit opeet, tot er niets meer overblijft. En zo voelde zij het ook. Ze vroeg om euthanasie. Ze vroeg vrijwillig om haar leven te beëindigen. Nu ja, zo vrijwillig is dat niet. Ze koos niet om alles afgenomen te worden, om ziek te zijn. Ze kreeg MS in 2002, gratis en voor niets. Geen enkele dokter kon zeggen hoe haar leven er na de diagnose zou uitzien. Ieder ziektebeeld is immers anders. Eén ding was zeker. Afgeven zou ze. Als je het niet verwacht, besluipt het MS roofdier geruisloos zijn hulpeloze prooi. En valt aan. Uit het niets. Brutaal. Zonder mededogen. En elke keer neemt het iets af. Dit doet het 100, nee 1000 keer. Gruwelijk en zonder verpinken.


En dan net ons mama, zij die altijd lief was voor een ander. Zij die nooit alcohol dronk, scheldde of nare dingen deed. Ze stond er steeds, op elk feestje, elke BBQ of schoolfeest. Ook al voelde ze zich waarschijnlijk rot. Voor ons, voor ons papa. Tot het plots niet meer ging.


Het duurde even voor mijn zus en ik papa konden overtuigen om haar die ‘mooie’ dood te geven. Jaja, je leest het goed. Geven. Want dat is het ding met euthanasie. Niet iedereen ‘krijgt’ dat. En gelukkig maar. Er wordt grondig onderzocht of je wel degelijk weet wat euthanasie inhoudt. Dit is onomkeerbaar. No way back. Er worden gesprekken gevoerd met psychologen en artsen, om te onderzoeken of de ‘ vrijwillig ter dood veroordeelde’ dit beseft en wenst. En zij slaagde met glans in het eindexamen. Haar leven was klaar, afgerond.


Die zonnige dag -twee dagen na mijn verjaardag- liet ons mama het leven los en het leven haar. Ik herinner me dat moment als gisteren. Dit schrijven geeft me tranen. Geen bittere. Wel warme weemoedige. Want oh, wat mis ik haar. Elke dag.


21 uur stipt. Dan zou het gebeuren. De kapper was ’s ochtends nog geweest en ik had haar 5 minuten voorheen nog gemaquilleerd. Want ze wou mooi zijn. Ketting en bijpassende oorbellen aan. Mooiste outfit, spulletjes die onze kinderen knutselden in de hand. Maf, als ik het nu schrijf. Mooi maf. En sterk. Waanzinnig sterk.


Drie minuten later verlieten mama’s pijn en verdriet haar inwendig schreeuwende lichaam. Ze gleden langs haar benen naar beneden om te verdwijnen in de kamer. Pijnlijk mooi om te zien. Haar hand – dat ik vasthield- verloor grip. Ze liet ook mij los, ons los. Weg was ze, op slechts 3 minuten.


Ik heb altijd veel van ons mama gehouden. Ze was een mama in de meest perfecte betekenis van het woord. Begaan, warm en zorgend. Altijd zette ze zichzelf op de laatste plaats. Op dat moment -toen ze de dokter bedankte om haar te helpen sterven- hield ik nog net iets meer van haar. Wat een vrouw! Wat een mens! Wat een lef en moed om dit te doen. Wat een lef om achter te laten wat je liefhebt. Daar doe ik mijn hoed voor af.


Euthanasie is niet akelig of schrijnend. Nee, het is waardig sterven. Waardig in de meeste volle betekenis. Het is een keuze. Een vervolmaking of climax. Voor haar alleszins. En voor ons, maar anders. Wij bleven hier, naast haar ongeziene rustige omhulsel. En dan… als 64 jaar Marina voorbij waren, overviel het verdriet. Het gemis. En dat was ok.


We gingen verder. Samen. We overleefden ons verdriet. Want eerlijk…verwerken kan je zoiets niet. Je leeft. Elke dag een beetje meer. En mama, die leeft mee. Binnenin iedereen die haar graag zag en ziet. Liefde stopt niet met de dood. Ook liefde overleeft de dood. Daar heften wij het glas op. Op moed, op kracht, op oneindig graag zien voorbij de levensgrenzen.






bottom of page